“A Bung Wroko Mus Go Doro”

Op 13 mei vond aan de Kibritikistraat, tussen Latour en Menkendam, een inspirerende ondro osso plaats die in het teken stond van verbinding, vooruitgang en verantwoordelijkheid. Voor mij, als secretaris van VHP Nederland, was dit een bijzonder moment: mijn eerste ondro osso op Surinaamse bodem, na eerder meerdere bijeenkomsten in Nederland te hebben georganiseerd of bijgewoond in aanloop naar de verkiezingen van 25 mei.

De centrale boodschap van de avond was helder: A Bung Wroko Mus Go Doro – het werk dat begonnen is, moet worden afgemaakt. Verschillende sprekers deelden hun visie op de toekomst van Suriname en benadrukten de noodzaak van stabiel bestuur, sociale rechtvaardigheid en structurele investeringen in de samenleving.

Vikash Koendanlal (#23) opende de avond en benadrukte het strategisch belang van het stadsressort waarin de bijeenkomst plaatsvond. In dit gebied worden naar verwachting zo’n 3500 stemgerechtigden opgeroepen om hun stem uit te brengen. “Deze wijk was jarenlang een bolwerk van de NDP, maar vandaag zie je het verschil. De VHP heeft zichtbaar geïnvesteerd. Wegen zijn hersteld, knelpunten zijn in beeld gebracht, en de partij is aanwezig in de gemeenschap. De vraag is: wat hebben andere partijen hier echt gedaan?”

Ook Xiomara Cadogan (#43), een jonge en bevlogen vrouw op de kandidatenlijst van de VHP, kreeg het woord. Ze sprak vooral de jongeren in de zaal direct aan. “De VHP kijkt niet tot 25 mei, maar verder. We go doro nanga moro. De toekomst van deze jongeren vraagt om beleid dat gericht is op kansen, op zelfontplooiing, op het herkennen en benutten van talent.”

Parlementariër Asiskumar Gajadien wees in zijn bijdrage op de weg van herstel die Suriname is ingeslagen. “Er is gewerkt aan stabiliteit, aan financieel en bestuurlijk herstel. Maar we zijn er nog niet. De komende fase vraagt om voortzetting van het beleid, om leiderschap dat niet terugdeinst voor moeilijke keuzes, maar verantwoordelijkheid blijft nemen.”

De avond werd afgesloten door president Chandrikapersad Santokhi, die de aanwezigen meenam in zijn visie op de toekomst van het land. Hij benadrukte dat onderwijs, jeugdzorg en economische zelfstandigheid de bouwstenen zijn voor structurele verandering. De problemen van schoolverlaters moeten volgens hem niet morgen, maar vandaag aangepakt worden. Kinderen moeten extra ondersteuning krijgen na schooltijd, en er moet meer oog komen voor hun talenten. “Als een kind niet sterk is in rekenen, maar goed kan tekenen, moeten daar ook opleidingen voor zijn. Onderwijs moet vormen, niet afwijzen.”

De president kondigde aan dat jongeren van 18 jaar en ouder, van wie de ouders het schoolgeld niet kunnen betalen, elke maand 1000 SRD zullen ontvangen. “Geen enkel kind mag thuisblijven omdat ouders het niet kunnen betalen. Onderwijs is een recht.” Ook maakte hij bekend dat dagelijks 130.000 kinderen een broodmaaltijd zullen krijgen. “Met honger kun je geen onderwijs volgen,” stelde hij. Verder is menstruatiearmoede onder jonge meisjes een prioriteit: duizenden meisjes missen jaarlijks schooldagen omdat ze geen toegang hebben tot menstruatieproducten. Vanaf deze week krijgen alle meisjes tussen 12 en 18 jaar daarom gratis moderne beschermende onderkleding.

Santokhi sprak ook over toekomstgericht onderwijs: kinderen moeten worden opgeleid in sectoren die passen bij hun talent en bij de ontwikkelingsrichting van Suriname – denk aan techniek, toerisme, landbouw en de opkomende olie- en gassector. Om ook het binnenland beter te bedienen, wordt afstandsonderwijs uitgerold in onder andere Langa Tabiki, zodat kinderen via moderne technologie toegang krijgen tot lesmateriaal. “Onderwijs mag geen grens kennen.”

Daarnaast gaf de president aan dat er een duidelijke opdracht ligt bij de ministers om mensen te trainen in klein ondernemerschap. “Of het nu gaat om een kapsalon, een modern hotel of een toeristische onderneming – mensen moeten in staat zijn om hun eigen brood te verdienen. Dit jaar opent het derde Marriott Hotel in Suriname. Het is onze verantwoordelijkheid om Surinamers op te leiden zodat zij zélf aan het roer staan.”

Als sluitstuk presenteerde Santokhi het programma Royalty Voor Iedereen (RVI). Surinamers van 18 jaar en ouder kunnen zich via een digitaal platform registreren voor hun persoonlijk aandeel in de toekomstige olie-opbrengsten. Het systeem – opgezet door het ministerie van Financiën en Planning – is transparant, veilig en toegankelijk. Burgers bouwen via een persoonlijke oliebonusrekening belastingvrij mee aan hun eigen toekomst. “Het oliegeld is van het volk, en het moet bij het volk terechtkomen.”

President Santokhi besloot de avond met een krachtige oproep aan alle Surinamers. “We komen uit een diepe crisis, maar we zijn opgestaan. We hebben hard gewerkt om Suriname weer perspectief te geven. Maar het werk is niet af. Nu begint de fase van groei. Iedereen moet vooruit – het land moet vooruit. En daarvoor is leiderschap nodig dat koersvast blijft en niet terugkijkt. Geef mij op 25 mei het mandaat om het goede werk voort te zetten. Om samen met u het werk af te maken – voor de kinderen van vandaag, en de toekomst van morgen.”