Fuerteventura

Tijdens mijn reis naar Fuerteventura heb ik in een week tijd het eiland intensief verkend en zoveel mogelijk bijzondere plekken bezocht. Elke dag bracht nieuwe ontdekkingen: van vulkanen en oude stadjes tot verlaten stranden en iconische vuurtorens.

In deze dag-tot-dag analyse neem ik je stap voor stap mee langs de bezienswaardigheden, deel ik mijn ervaringen en vertel ik waarom elke locatie het bezoeken waard is. Zo ontstaat een compleet beeld van wat Fuerteventura allemaal te bieden heeft – en misschien ook inspiratie voor je eigen reis.

Dag 1 – Aankomst op Fuerteventura

De reis begon op Luchthaven El Matorral, de belangrijkste toegangspoort tot Fuerteventura. Deze luchthaven werd in de jaren zestig aangelegd om het opkomende toerisme op het eiland te faciliteren en ligt ongeveer vijf kilometer van de hoofdstad Puerto del Rosario. Na aankomst haalden we onze huurauto op en reden via de FV-2, de hoofdweg die de luchthaven met de rest van het eiland verbindt, richting onze verblijfplaats.

Onze verblijfplaats – Villa Yolo Norte, Corralejo

Voor deze vakantie kozen we voor Villa Yolo Norte Private Pool Corralejo, een ruim vakantiehuis in het noorden van Fuerteventura. De villa ligt in een rustige wijk van Corralejo, op ongeveer anderhalve kilometer van de stranden en op korte rijafstand van winkels en restaurants.

Met een oppervlakte van 200 m² bood de accommodatie alle ruimte om tot rust te komen. Er zijn drie slaapkamers en twee badkamers, waardoor het huis comfortabel plaats biedt aan een groter gezelschap. Dankzij de volledig uitgeruste keuken, de airconditioning, het gratis WiFi en de royale eethoek voelde het meteen vertrouwd en praktisch ingericht.

Een van de hoogtepunten was het privézwembad met uitzicht op de tuin en het zwembad zelf. Het ruime terras en balkon boden verschillende plekken om buiten te zitten en te genieten van het zachte klimaat. Vanuit het huis had je bovendien een mooi uitzicht op zee.

De moderne inrichting, het comfort en de rustige ligging maakten Villa Yolo Norte een fijne basis om het eiland te ontdekken. In de fotoreeks hieronder krijg je een indruk van de sfeer en de voorzieningen.

Dag 2 – Volcano Calderón Hondo en Volcanes de Bayuyo

Op de tweede dag stond een verkenning van het vulkanische landschap in het noorden van Fuerteventura op het programma. De route voerde eerst naar de parkeerplaats bij Volcano Calderón Hondo, een van de best bewaarde en meest toegankelijke vulkaankraters op het eiland.

Hoewel ik de wandeling naar de kraterrand deze dag niet heb gemaakt, was alleen al het uitzicht vanaf de parkeerplaats de moeite waard. Vanaf dit punt heb je een goed zicht op de vorm en omvang van de Calderón Hondo, terwijl je richting de horizon ook meerdere andere vulkaankegels van de Volcanes de Bayuyo ziet liggen. Onderweg bood het landschap een bijna buitenaardse aanblik, met roodbruine hellingen, zwarte steenvlaktes en vergezichten richting de kust.

De Calderón Hondo maakt deel uit van een keten uitgedoofde vulkanen die samen bekendstaan als de Volcanes de Bayuyo. Deze rij vulkanische kegels is ongeveer 50.000 jaar geleden ontstaan en heeft het noordelijke landschap gevormd met uitgestrekte lavavelden en opvallende rotsformaties. De krater zelf heeft een hoogte van circa 278 meter en een diameter van zo’n 70 meter, waardoor hij indrukwekkend oprijst uit de omgeving.

De stilte en uitgestrektheid geven deze plek een bijzondere sfeer, die een indrukwekkende kennismaking vormt met het ruige binnenland van Fuerteventura.

Dag 3 – Verkenning van het noordwesten van Fuerteventura

Op de derde dag stond het noordwesten van Fuerteventura centraal. Dit deel van het eiland combineert vulkanische landschappen, afgelegen stranden en sporen van traditioneel gebruik. Hieronder volgt een uitgebreide beschrijving per bezienswaardigheid:

a) Piscinas naturales de Playa de los Charcos
Deze natuurlijke zwembaden zijn ontstaan door vulkanische activiteit. Langs de rotsachtige kustlijn hebben lavastromen in de loop der tijd diepe kuilen gevormd. Bij vloed vullen ze zich met oceaanwater, dat bij eb achterblijft en kristalheldere, warme baden vormt. Hier kun je kleine vissen en zee-egels observeren. De zwembaden zijn populair voor rustig zwemmen of pootje baden, vooral als het water kalm is.

b) Faro de Tostón (Vuurtoren van El Cotillo)
De vuurtoren werd in 1897 gebouwd om de scheepvaart te helpen navigeren langs de gevaarlijke noordwestkust. De wateren hier waren berucht vanwege verraderlijke riffen en plotselinge branding. De huidige toren werd in de 20e eeuw gemoderniseerd. Het complex omvat nu drie torens uit verschillende periodes. In het bijbehorende museum leer je over de maritieme geschiedenis van Fuerteventura, traditionele visvangst en het belang van vuurtorens in de regio. Vanaf de rotsen rondom heb je weidse uitzichten over de Atlantische Oceaan.

c) El Cotillo Beach
Dit brede zandstrand wordt gevoed door eeuwenlange golfwerking en wind die het zand aanvoerden. De kustlijn bestaat uit lagunes en open stranden die vooral bekendstaan om hun turquoise water en goede surfomstandigheden. De rustige delen zijn ideaal voor gezinnen, terwijl surfers zich verderop in de branding wagen. Het dorp El Cotillo ontstond oorspronkelijk als vissersnederzetting, wat je nog terugziet aan de kleine haven en de traditionele restaurants.

d) Playa del Castillo
Het strand is genoemd naar het oude fort (castillo) dat ooit de haven van El Cotillo verdedigde tegen piratenaanvallen. De kustlijn wordt gekenmerkt door donkere basaltrotsen, ontstaan door gestolde lava, in contrast met het lichte zand dat door stromingen en wind is aangevoerd. Deze plek is door de jaren heen steeds populairder geworden onder surfers vanwege de consistente golven en de open ligging naar de oceaan.

e) Playa de la Escalera
Dit strand is vooral bekend om zijn spectaculaire ligging onder hoge kliffen. De houten trap – de naam La Escalera betekent letterlijk ‘de trap’ – werd aangelegd om bezoekers veilig naar beneden te leiden. Het zand is ontstaan door de afbraak van oude vulkanische gesteenten en eeuwenlange windinvloeden. Bij eb komt er een breed strand vrij waar je vaak vrijwel alleen bent. De golven zijn krachtig, dus zwemmen vereist voorzichtigheid.

f) Traditionele molen
De ronde, witgekalkte molens (molinos) van Fuerteventura dateren meestal uit de 18e of 19e eeuw. Ze werden gebruikt om gofio (geroosterd graanmeel) te malen, een basisvoedsel in de Canarische keuken. De molens zijn zo gebouwd dat ze optimaal gebruikmaken van de constante noordoostelijke passaatwind. Vandaag de dag worden veel molens als erfgoed behouden of gerestaureerd, als symbool van het agrarische verleden van het eiland.

g) Playa del Mejillón (Popcorn Beach)
Dit strand staat bekend om de ‘popcornstenen’: witte brokjes kalkalgen (koralline rode algen) die door de golven zijn afgebroken en gladgesleten. Door hun vorm en kleur lijken ze op popcorn. Dit unieke fenomeen is miljoenen jaren geleden begonnen, toen koralen en algen de kust bedekten. Door erosie en golfslag ontstonden de kenmerkende brokjes die je nu overal op het strand ziet liggen. Hoewel zwemmen hier minder gebruikelijk is vanwege scherpe stenen, is het een van de meest gefotografeerde plekken op Fuerteventura.

Dag 4 – Historie en natuur in het westen van Fuerteventura

Op de vierde dag stond het westen van het eiland centraal, met een combinatie van historische plekken en indrukwekkende kustlandschappen. Hieronder de bezochte locaties, elk met hun achtergrond en bijzonderheden:

a) Standbeeld van de oprichters van het eiland
Langs de weg richting Betancuria staat een opvallend monument: twee grote beelden die de Guanche-koningen Guize en Ayose voorstellen. Deze oorspronkelijke bewoners heersten over het eiland vóór de Castiliaanse verovering in de 15e eeuw. Het standbeeld herinnert aan de pre-Spaanse geschiedenis en de verdeling van Fuerteventura in twee koninkrijken: Maxorata en Jandía. Het uitzicht vanaf het beeldpunt is bijzonder wijds; je kijkt uit over de valleien en bergen in het hart van het eiland.

b) Betancuria – oude stad
Betancuria werd in 1404 gesticht door de Normandische ontdekkingsreiziger Jean de Béthencourt en was eeuwenlang de hoofdstad van Fuerteventura. De ligging in een groene vallei bood beschutting tegen piratenaanvallen. Het dorp is een van de best bewaarde historische nederzettingen op de Canarische Eilanden. Wandelend door Betancuria zie je traditionele huizen met witte gevels, geplaveide straatjes en bloeiende binnentuinen die herinneren aan de koloniale tijd.

c) Kerkplein van Betancuria (Iglesia de Santa María)
Het centrale plein van Betancuria wordt gedomineerd door de Iglesia de Santa María, een karakteristieke kerk die oorspronkelijk in de 15e eeuw werd gebouwd. Na aanvallen en verwoestingen werd het bouwwerk in de 17e eeuw grotendeels hersteld. De witte gevel, de klokkentoren en de houten plafonds zijn kenmerkend voor de traditionele architectuur. Binnenin zijn kunstvoorwerpen, altaarstukken en religieuze beeldhouwwerken te zien.

d) Het Museo Arqueológico de Betancuria werd opgericht om de archeologische rijkdom en het erfgoed van Fuerteventura te bewaren en te laten zien. Het museum is gevestigd in een traditioneel Canarisch gebouw midden in het historische centrum van Betancuria. De collectie richt zich vooral op de periode vóór de Spaanse verovering, met speciale aandacht voor de Maho’s of Maho-Beros. Zo werden de oorspronkelijke bewoners van het eiland genoemd, die deel uitmaakten van de Guanche-cultuur. Hun naam verwijst naar hun Berberse oorsprong, omdat ze waarschijnlijk vanuit Noord-Afrika naar de Canarische Eilanden kwamen.

In het museum worden verschillende thema’s belicht. Je leert bijvoorbeeld over de manier waarop de Maho’s leefden, in eenvoudige grotwoningen of hutten, terwijl ze vee hielden, landbouw bedreven en hun eigen werktuigen maakten. Ook is er aandacht voor hun begrafenisrituelen; in vitrines liggen grafgiften en gebruiksvoorwerpen die bij opgravingen zijn gevonden, zoals keramiek, stenen bijlen en sieraden. Daarnaast zie je documenten en replica’s die laten zien hoe de eerste Europese ontdekkingsreizigers, onder wie Jean de Béthencourt, op het eiland aankwamen.

Er zijn ook veel archeologische vondsten uit Betancuria zelf en andere delen van Fuerteventura, zoals fossielen, rotstekeningen en resten van oude muren. Het museum legt veel nadruk op het verschil tussen het eenvoudige, zelfvoorzienende bestaan van de Mahocultuur en de grote veranderingen die volgden na de Castiliaanse verovering in het begin van de 15e eeuw. Bezoekers kunnen daarnaast tijdelijke tentoonstellingen bekijken over onderwerpen als traditionele ambachten, de komst van de eerste missionarissen en de rol van Betancuria als belangrijk centrum van macht tijdens de koloniale tijd.

e) Ajuy Beach, of Playa de Ajuy, is een van de meest bijzondere stranden van Fuerteventura. Het ligt aan de westkust, in een klein vissersdorp dat nog steeds eenvoudig en rustig is gebleven.

Wat meteen opvalt, is het zwarte zand. Dit zand is miljoenen jaren geleden ontstaan doordat lava en basalt – een soort hard gesteente – afbrokkelden. De krachtige golven van de Atlantische Oceaan hebben het steen steeds kleiner geslagen, totdat het veranderde in het fijne, zwarte zand dat je hier ziet. Samen met de witte kalkstenen kliffen en het felblauwe water zorgt dat voor een prachtig contrast. Het strand is dan ook een geliefde plek om foto’s te maken.

Vroeger werd Ajuy gebruikt als haven. Vanaf hier vervoerden mensen kalksteen die ze uit de kliffen haalden. Ze brandden de kalk in ovens die je nu nog steeds kunt zien. Het werd daarna op boten geladen en naar andere eilanden gebracht. Ook was Ajuy een plek waar vissers hun boten aanlegden. Die visserstraditie bestaat nog steeds.

Omdat Ajuy zo afgelegen ligt en de zee hier wild is, was het vroeger ook een handige schuilplaats voor piraten en smokkelaars. Ze konden zich hier goed verstoppen en ongestoord hun gang gaan.

f) Vanaf het strand van Ajuy loopt een wandelpad langs de kliffen naar de Cuevas de Ajuy, grotten die in miljoenen jaren zijn uitgesleten in de zachte kalksteen. Onderweg kom je langs fossiele duinlagen en indrukwekkende rotspartijen die laten zien hoe het landschap voortdurend verandert. De eerste grot is een diepe opening waarin de branding luid weerklinkt, wat meteen duidelijk maakt hoe krachtig de zee hier werkt. Deze plek laat goed zien hoe de natuur in duizenden jaren de kust heeft gevormd.

De grotten behoren tot de oudste geologische formaties van de Canarische Eilanden. Hun geschiedenis begon ongeveer 70 miljoen jaar geleden, in het Krijt en het Paleoceen, toen diepe lagen oceaanbodem ontstonden door vulkanische activiteit, aardverschuivingen en sedimentatie. Door tektonische bewegingen werd dit gesteente omhooggeduwd en later bedekt door jongere lagen basalt en lava. De kliffen rond Ajuy vormen daardoor een uniek geologisch profiel, waarin je duidelijk de opeenvolging van oude kalksteenlagen en donkerdere vulkanische afzettingen kunt zien. Omdat de kalksteen relatief zacht is, heeft de branding in de loop van de tijd diepe grotten en inhammen kunnen uithollen. Het gebied wordt vaak beschouwd als een soort geologisch openluchtboek, waarin je de oudste oorsprong van de eilanden bijna letterlijk kunt lezen.

Naast hun geologische waarde hebben de grotten ook een culturele en historische betekenis. Eeuwenlang diende Ajuy als schuilplaats voor piraten en zeerovers die langs de Canarische kust schepen overvielen. De diepe grotten boden een veilige plek om geroofde spullen op te slaan of te wachten tot het weer beter werd. In 1402 ging de Normandische ontdekkingsreiziger Jean de Béthencourt, die later Fuerteventura zou koloniseren, hier aan land. Daarmee was Ajuy een van de eerste plekken waar Europese expedities in contact kwamen met de lokale bevolking.

Volgens lokale legendes zouden de grotten vroeger verbonden zijn geweest met geheime tunnels die verder het binnenland in liepen, al is daarvan nooit bewijs gevonden. De grotten waren bovendien belangrijk als bron van kalksteen, dat werd gebruikt om kalkovens te bouwen waarin stenen werden verhit tot pleister en mortel. De resten van deze oude ovens zijn nog altijd vlakbij het pad te zien en herinneren aan dit verleden.

Dag 5 – Duinen, stranden en een tocht naar het oosten van Fuerteventura

Op deze dag begon de verkenning dicht bij de verblijfplaats Corralejo en eindigde aan de andere kant van het eiland. De route combineerde natuur, stranden en een bijzonder herkenningspunt aan de oostkust.

a) Grandes Playas de Corralejo

De Grandes Playas de Corralejo vormen een van de meest uitgestrekte en iconische stranden van Fuerteventura. Deze brede zandstranden liggen aan de noordoostkust, direct ten zuiden van Corralejo, en maken deel uit van het Parque Natural de las Dunas de Corralejo, een beschermd natuurgebied van ongeveer 2.600 hectare. Het opvallend lichte zand is voor een groot deel afkomstig uit Afrika en werd in duizenden jaren door de constante passaatwind van de Sahara naar de kust geblazen. Daardoor heeft het strand een bijna witte kleur, die prachtig afsteekt tegen het helder turquoise water van de Atlantische Oceaan.

De kustlijn strekt zich uit over ongeveer negen kilometer en bestaat uit verschillende secties, zoals Playa del Moro en Playa del Burro, die elk hun eigen sfeer hebben. Het zuidelijke deel trekt veel windsurfers en kitesurfers vanwege de gunstige windcondities, terwijl andere stukken juist populair zijn bij families, wandelaars en fotografen die het contrast willen vastleggen tussen de witte duinen, de blauwe oceaan en de donkere vulkaantoppen in de verte. De zeebodem blijft lange tijd ondiep, waardoor de branding relatief mild is en het water een opvallend heldere kleur heeft.

De duinen achter het strand vormen een uniek ecosysteem waar bijzondere plantensoorten groeien, zoals zeekraal en zandhaver, en waar verschillende zeevogels broeden. Sinds 1982 is dit gebied officieel beschermd, waardoor commerciële bebouwing en grootschalige exploitatie niet zijn toegestaan. Er zijn geen vaste voorzieningen zoals strandtenten of douches, juist om het natuurlijke karakter te behouden.

Langs de weg (FV-1) zijn op verschillende plekken parkeerstroken aangelegd, van waaruit je gemakkelijk naar de kust kunt lopen. Het uitzicht op het nabijgelegen eiland Lobos is een van de hoogtepunten van een bezoek aan de Grandes Playas, vooral bij zonsopgang en zonsondergang wanneer het landschap in zachte kleuren oplicht. Zelfs in het hoogseizoen is het er vaak relatief rustig door de enorme oppervlakte van het strand.

b) Corralejo Natural Park (Dunas de Corralejo)

Achter de brede stranden van Corralejo ligt het indrukwekkende Corralejo Natural Park, ook wel bekend als de Dunas de Corralejo. Dit uitgestrekte duingebied is een van de grootste zandduinreservaten van de Canarische Eilanden en beslaat ongeveer 2.600 hectare. Het landschap bestaat uit golvende zandheuvels die een bijna eindeloze aanblik geven en een sterk contrast vormen met de ruige vulkanische gebieden elders op het eiland.

De oorsprong van de duinen gaat duizenden jaren terug. Ze zijn gevormd door de afbraak van schelpen, kalksteen en koraal, gecombineerd met fijn zand dat door de constante passaatwinden vanuit de Sahara naar Fuerteventura is geblazen.

In de duinen groeien zeldzame plantensoorten die zich hebben aangepast aan het droge, zoute milieu, zoals zeekraal, zandhaver en kleine vetplanten die hun wortels diep in het zand verankeren. Daarnaast is het gebied een belangrijk leefgebied voor verschillende vogelsoorten, waaronder trekvogels die hier rusten tijdens hun reis tussen Europa en Afrika.

Het gebied is sinds 1982 officieel beschermd, zodat de bijzondere natuur behouden blijft en de ontwikkeling van grootschalige toeristische infrastructuur wordt voorkomen. Vanaf de duinen heb je een prachtig panorama over de Grandes Playas en het eiland Lobos, dat bij helder weer duidelijk aan de horizon ligt.

c) Piscina Natural de Antigua

Na het bezoek aan de duinen ging de rit verder richting het binnenland, naar Antigua, een van de oudere dorpen op Fuerteventura. Antigua zelf staat bekend om zijn traditionele architectuur, een karakteristieke kerk en enkele historische molens, maar deze keer was het doel een plek die bekendstaat als de Piscina Natural de Antigua. Dit zogenaamde natuurlijke bassin wordt bij vloed gevuld met oceaanwater en biedt in theorie een rustige plek om te zwemmen of af te koelen.

In tegenstelling tot de veel indrukwekkendere natuurlijke zwembaden langs de noord- of westkust bleek deze piscina helaas weinig bijzonder. Er lagen wat losse stenen en er was weinig beschutting tegen de wind, waardoor de plek eerder een wat rommelige indruk maakte dan een idyllische zwemlocatie.

Juist omdat de ochtend begon met de uitgestrekte witte duinen en het heldere water van Corralejo, viel het contrast met dit deel van de dag extra op. De piscina natural in Antigua gaf niet dezelfde beleving van rust of schoonheid als de bekendere natuurlijke baden elders op het eiland, en was vooral een korte stop die vooral liet zien hoe groot de verschillen tussen plekken op Fuerteventura kunnen zijn.

d) Faro de la Entallada

De dag eindigde met een bezoek aan de Faro de la Entallada, een van de meest markante vuurtorens van Fuerteventura. Deze vuurtoren ligt aan de oostkust, iets ten zuiden van Puerto del Rosario, op een indrukwekkende locatie hoog boven de oceaan. Gebouwd in 1953, diende de vuurtoren oorspronkelijk als baken voor de scheepvaart langs de ruige kustlijn, maar tegenwoordig wordt hij ook gebruikt als radarstation.

Wat deze plek bijzonder maakt, is de combinatie van ligging en architectuur. De vuurtoren staat bovenop een klif van ongeveer 200 meter hoog, waardoor je vanaf het uitkijkplatform een weids panorama hebt over de Atlantische Oceaan.

Het gebouw zelf valt op door de unieke bouwstijl, waarin roodbruine natuurstenen contrasteren met wit pleisterwerk. Deze materialen zijn afkomstig uit de omgeving. De toren heeft een robuuste, bijna kasteelachtige vorm met vierkante volumes en ronde ornamenten, wat hem onderscheidt van de eenvoudiger vuurtorens elders op het eiland.

Faro de la Entallada is ook geografisch bijzonder, omdat hij op het dichtstbijzijnde punt van de Canarische Eilanden ten opzichte van Afrika ligt. Slechts zo’n 100 kilometer scheidt deze plek van de Afrikaanse kust, een gegeven dat je extra bewust maakt van de unieke ligging van Fuerteventura tussen continenten.

Dag 6 – Het zuiden van Fuerteventura ontdekken

Op deze dag reed ik helemaal naar het zuiden van het eiland om verschillende stranden te bekijken. Het gebied staat bekend om de lange, rustige stranden en het gevoel dat je ver weg bent van alles.

a) Risco del Paso en Playa de Sotavento de Jandía

De eerste stop was bij Risco del Paso, een breed en rustig strand. Dit strand is bijzonder, omdat er bij eb grote stukken zand droogvallen. Het water trekt zich dan zover terug dat er overal ondiepe plassen blijven liggen. In dat water zie je de lucht en de wolken mooi weerspiegeld. Het voelt hier heel ruim en rustig, bijna alsof je alleen bent. Het is een fijne plek om te wandelen of gewoon even stil te zitten en te kijken hoe het licht op het water valt.

b) Daarna bezocht ik Playa de Sotavento de Jandía, dat direct naast Risco del Paso ligt. Dit strand is een van de bekendste van Fuerteventura en staat vooral bekend om kitesurfen en windsurfen. Al sinds de jaren 80 komen hier veel sporters uit de hele wereld om wedstrijden te doen of gewoon te oefenen. De constante wind en het vlakke, ondiepe water maken het een ideale plek voor deze sporten.

Als je hier rondloopt, zie je vaak grote, gekleurde kites in de lucht zweven boven de lagune. Dat geeft een mooi en levendig beeld tegen de blauwe zee en de zandbanken. Het strand zelf is heel breed en lang, waardoor je altijd een rustig plekje kunt vinden.

c) Playa de Mal Nombre

Daarna reed ik door naar Playa de Mal Nombre, wat letterlijk “het strand met de slechte naam” betekent. Vroeger kreeg het strand deze naam omdat het lastig te bereiken was en de weg ernaartoe vaak vol stenen en kuilen zat. Gelukkig klopt die slechte naam helemaal niet meer, want het is juist een mooie en rustige plek.

Het strand is breed en heeft geel zand. Er komen niet veel mensen, waardoor je er vaak bijna alleen bent.

d) Esquinzo Beach

De volgende stop was Esquinzo Beach, een groot strand dat ligt tussen lage kliffen en zandduinen. Dit strand is al sinds de jaren 70 bekend, toen in dit deel van het eiland de eerste hotels kwamen. Ik ben hier niet helemaal naar beneden gelopen, maar ben langs de weg gestopt om foto’s te maken.

Vanaf boven kun je goed zien hoe breed het strand is en hoe rustig het er meestal is. Ook al stond ik alleen boven te kijken, het uitzicht over zee was heel mooi en rustig. Het is een plek waar je merkt hoe groot en open de kust hier is.

e) Playa de Jandía

Verderop ligt Playa de Jandía, een heel lang strand dat overgaat in de stranden bij het dorp Morro Jable. In dit gebied staan nu veel hotels en appartementen, want sinds de jaren 70 is het uitgegroeid tot een populair vakantiegebied. Vroeger was dit vooral een plek waar vissers kwamen, maar tegenwoordig komen hier veel toeristen om te wandelen en te zonnen.

Langs de kust loopt een lang wandelpad, en er zijn strandtenten en ligbedden voor mensen die hier een dagje willen blijven. Zelf ben ik niet naar het strand gelopen, maar ik heb vanaf de weg en de parkeerplaatsen gekeken en foto’s gemaakt. Van bovenaf kun je goed zien hoe groot het strand is en hoeveel ruimte er is.

f) Faro de Punta de Jandía

Na de stranden reed ik helemaal naar het uiterste zuiden van Fuerteventura, naar de Faro de Punta de Jandía. Deze vuurtoren ligt op een verlaten kaap en markeert letterlijk het einde van de weg. Hij werd gebouwd in 1864 en werkt nog steeds. Vanaf hier kun je heel ver de oceaan over kijken en voel je je echt op het randje van het eiland. De wind is er vaak sterk en de zee beukt tegen de rotsen onder de vuurtoren. Het uitzicht is indrukwekkend en een beetje ruig.

g) Faro Punta Pesebre

Daarna reed ik door naar het andere uiteinde van de kaap, naar Faro Punta Pesebre. Dit is meer een eenvoudig huisje dan een vuurtoren, maar vroeger gebruikten vissers het als herkenningspunt. De omgeving is kaal en rotsachtig, en je hebt er een goed uitzicht op de wilde zee. Het voelt hier heel afgelegen en stil.

h) Playa de Cofete

Een van de mooiste plekken van de dag was Playa de Cofete, aan de westkust van Fuerteventura. Om er te komen, moet je over een lange, hobbelige onverharde weg rijden die dwars door de bergen slingert. Deze weg is pas in de vorige eeuw aangelegd en was vroeger niet meer dan een pad dat gebruikt werd door herders en een paar vissers.

Als je aankomt, zie je een enorm, verlaten strand dat kilometerslang is. Achter het zand rijzen hoge bergen op, die samen het Jandía-massief vormen. De hoogste berg heet Pico de la Zarza en is bijna 800 meter hoog. De bergen maken het landschap extra indrukwekkend en geven Cofete een ruig en een beetje geheimzinnig karakter.

Het strand zelf heeft een bijzondere geschiedenis. In de buurt ligt het oude huis Villa Winter, gebouwd in de jaren 40 door de Duitse ingenieur Gustav Winter. Over deze villa gaan veel verhalen en legendes rond. Sommige mensen zeggen dat het huis tijdens de Tweede Wereldoorlog werd gebruikt als geheime basis voor Duitse onderzeeërs, maar daarvoor is nooit echt bewijs gevonden. Wel is bekend dat Winter een groot stuk grond in dit afgelegen gebied bezat.

De golven aan de kust van Cofete zijn sterk en onvoorspelbaar, waardoor zwemmen gevaarlijk is. Daarom komen de meeste mensen hier vooral om te wandelen, foto’s te maken en te genieten van het uitzicht. Door de hoge bergen, de wilde zee en de uitgestrektheid voelt Cofete bijna magisch en heel ongerept.

i) Playa de la Pared

Op de terugweg stopte ik kort bij Playa de la Pared, een strand dat vooral populair is bij surfers. De naam “La Pared” betekent “de muur”, en verwijst naar een oude stenen muur die hier vroeger liep. Deze muur markeerde vroeger de scheiding tussen de twee oude koninkrijken van Fuerteventura: Jandía in het zuiden en Maxorata in het noorden. Resten van deze muur zijn nog steeds op sommige plekken te zien.

Het strand zelf is breed, met goudkleurig zand en donkere rotsen langs de randen. De golven zijn vaak krachtig en breken mooi op het strand, wat het een geliefde plek maakt voor surflessen en wedstrijden. Vroeger kwamen hier vooral vissers uit het nabijgelegen dorp om te vissen op zeebrasem en andere soorten.

j) Mirador Astronómico de Sicasumbre

De laatste stop was bij het Mirador Astronómico de Sicasumbre, een uitzichtpunt en een officiële plek om naar de sterren te kijken. Het ligt op een heuvel langs de weg tussen Pájara en La Pared. Deze plek is speciaal aangelegd omdat Fuerteventura bekendstaat als een van de beste eilanden in Europa om de sterrenhemel te zien. Door het droge klimaat, de schone lucht en het weinige kunstlicht kun je hier ‘s nachts ongelooflijk veel sterren bewonderen.

Het uitzichtpunt maakt deel uit van een groter project om astrotoerisme op het eiland te promoten. De Canarische Eilanden hebben een lange geschiedenis van sterrenkunde. Al in de tijd van de oorspronkelijke bewoners, de Maho’s, werden de sterren gebruikt om landbouw en seizoenen te bepalen. Tegenwoordig worden er op de eilanden speciale plekken ingericht waar mensen veilig en goed naar de hemel kunnen kijken.

Bij Sicasumbre staan informatiepanelen met uitleg over de sterrenbeelden en planeten. Er is een stenen platform gebouwd waar je je camera of een telescoop kunt neerzetten. Ook zijn er markeringen op de grond die aangeven waar bepaalde sterren opkomen. Overdag kun je hier genieten van een wijds uitzicht over de bergen en de zuidkust. Je ziet hoe leeg en uitgestrekt dit deel van Fuerteventura is.

Dag 7 – Bezoek aan de dierentuin

Deze dag stond helemaal in het teken van een bezoek aan de dierentuin Oasis Wildlife Fuerteventura. Dit grote dierenpark ligt net buiten het dorp La Lajita, in het zuiden van het eiland. Het bestaat al sinds het begin van de jaren 80. Oorspronkelijk begon het park als een klein centrum waar kamelen werden gehouden voor ritten met toeristen. De oprichters wilden bezoekers laten zien hoe belangrijk deze dieren zijn geweest voor het leven op de Canarische Eilanden.

In de loop van de jaren is Oasis Wildlife steeds verder uitgebreid. Wat begon met een paar kamelen, groeide uit tot een groot dierenpark waar nu meer dan 3.000 dieren leven. Het park heeft zich ook steeds meer gericht op het opvangen en beschermen van zieke, gewonde of in de steek gelaten dieren.

Tijdens mijn bezoek heb ik veel verschillende dieren gezien, zoals giraffen, olifanten, zebra’s, krokodillen en apen. Er zijn ook veel soorten vogels en reptielen. Overal in het park staan borden met informatie over waar de dieren vandaan komen en wat er wordt gedaan om ze beter te beschermen.

Een bijzonder deel van het park is het opvangcentrum. Daar worden dieren verzorgd die niet meer in het wild kunnen overleven. Het park probeert zoveel mogelijk dieren later weer vrij te laten als dat kan.

Naast alle dieren is er ook een grote cactustuin met bijzondere planten uit droge gebieden. Je kunt er goed zien hoe planten zich aanpassen om te overleven in warme en droge omstandigheden.

Oasis Wildlife organiseert ook regelmatig shows en educatieve activiteiten, vooral voor kinderen. Zo leren bezoekers meer over de dieren en waarom het belangrijk is om ze te beschermen.

Het was een leuke en interessante dag, waarin ik veel heb geleerd over dieren en de natuur op Fuerteventura.

Dag 8 – Terug naar huis

De laatste dag stond in het teken van inpakken en afscheid nemen van Fuerteventura.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

© 2019 Powered by WordPress - Theme by Dessign Themes